Onderwijs in de klas


Binnen de groep vindt er per vak een expliciete directe instructie plaats. Het doel van de les wordt door de leerkracht benoemd, zodat het kind meteen weet wat het gaat leren. De instructie wordt voor de vakken taal/lezen en rekenen op maat gegeven. De kinderen krijgen een basisinstructie. Hierna gaat de groep aan het werk. De leerkracht geeft een verlengde instructie aan kinderen die dit nodig hebben. Kinderen die meer aankunnen, zullen afhankelijk van het doel de instructie niet helemaal volgen en gaan eerder aan de slag. De kinderen krijgen de vrijheid om hun werk zelf in te delen in hun dag- en weektaak. De eigen verantwoordelijkheid wordt hiermee gestimuleerd.

Uitdagen op het eigen niveau

De vakken taal en rekenen worden aangeboden op minimum-, basis- en verdiepingsniveau. De leerkracht houdt hiervan een nauwgezet registratiesysteem bij. Marang stimuleert kinderen resultaten te halen die passen bij hun kunnen. Dit daagt uit, geeft het gevoel dat ze iets kunnen. Kinderen die ver boven het gemiddelde zitten, worden gestimuleerd in de eigen groep of in de plusklas. Het groepsplan, opgesteld door de leerkracht, geeft per kind aan welk doel het gaat halen. De kinderen met dezelfde doelen worden geclusterd. Deze groepjes krijgen instructie op maat.

Plannen

De vrijheid van kiezen wordt al gestart in groep 1-2. Hier kiezen kinderen hun werk en laten dat zien op het planbord. Ook zij werken met een weektaak waarin verplichte taken zijn opgenomen. Kinderen krijgen zelf de verantwoording om te plannen en te registreren. Dit proces wordt geleidelijk uitgebouwd t/m groep 8.

Brede vorming

Naast de instrumentele vakken (vakken die ten dientste staan van het leren, zoals taal, lezen, rekenen en schrijven), krijgen de kinderen wereldoriënterende vakken aangeboden. Via het thematisch curriculum “International Primary Curriculum (IPC)” ontdekken ze hoe de wereld in elkaar zit. Deze methode integreert de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuur, techniek, kunst, tekenen en handvaardigheid in verschillende thema’s. De methode begeleidt de leerkracht in de ontwikkeling van de 21ste eeuws vaardigheden van de kinderen. Deze zijn: samenwerken, probleemoplossend vermogen, ict geletterdheid, creativiteit, kritisch denken, communiceren, sociale en culturele vaardigheden. De groepen 1-2 werken op de IPC manier met de bestaande thema’s uit de methode Schatkist en Early years.

Creativiteit

Beweging stimuleert Marang door gericht gebruik te maken van methodes die dit ondersteunen. Festiviteiten worden verrijkt door creatieve acties van kinderen. Tijdens de afsluiting van een IPC thema laten kinderen elkaar en ouders op het podium of in de klas zien wat ze geleerd hebben. Elk jaar heeft Marang een cultureel project, waarin kinderen een actieve rol in creatie en presentatie spelen.

Sociaal emotionele vorming

De sociale en emotionele vorming van kinderen vindt doorlopend plaats. Structureel via de methode “school wide positive behaviour support” en vormend door de alledaagse praktijk van omgaan met elkaar. Met dit programma waarbij we de kinderen voortdurend positief benaderen, gaan we de omgang met elkaar verstevigen. We leren de kinderen de gedragsverwachtingen aan door concrete lessen hierin te geven. Alle medewerkers bekrachtigen het gewenste gedrag. Bij ernstige gedragsovertredingen heeft Marang een beleid van snelle actie, waarbij kind en ouders betrokken zijn. Verder maken kinderen via IPC kennis met andere vormen van levensbeschouwing, waardoor tolerantie wordt gestimuleerd. We ontwikkelen dit in samenwerking met alle partners in het kulturhus en de ouders.